Cumbria heeft meer te bieden dan het Lake District: zet koers naar de kust!

De kust van Cumbria is een van de meest schilderachtige in Groot-Brittannië. En op de treinrit van Barrow-in-Furness tot Carlisle hoef je je er niet eens voor in te spannen.

Dit is de plaats bij uitstek voor fraaie wandelingen met opwindende uitzichten en geweldige pubs.

Het bekende traject dat de twee kusten verbindt en genoemd werd naar verwoed wandelaar en auteur Alfred Wainwright, kan je aanvatten bij treinhalte St Bees. In Millom Discovery Centre komen geschiedenisliefhebbers meer te weten over deze route. Ook een ritje op de oude spoorlijn tussen Ravenglass en Eskdale mag je niet missen.

De schilderachtige Cumbrian Coast Line is zonder twijfel de meest ondergewaardeerde in heel Engeland. Langs de kust van Cumbria loopt de spoorlijn van het vroegere Romeinse stadje Maryport aan de noordwestkust naar Grange-over-Sands in het zuidoosten. Zei iemand de kust ontdekken zonder auto? Het hele eind neemt zowat 3 uur in beslag maar hier en daar halt houden is mogelijk.

In Maryport bezoek je het Romeins museum Senhouse en bewonder je de kwaliteit van het beeldhouwwerk van Hercules en Mars, en de reliëfs van gewapende Keltische oorlogsgoden. Zuidwaarts kom je bij St Bees voor een pittige wandeling naar de gelijknamige landtong, waar je ongelooflijke uitzichten hebt naar het oosten, tot ver in het Lake District.

Enkele minuutjes verder naar het zuiden stopt de trein in het kleine middeleeuwse kustdorpje Ravenglass, dat slechts één geplaveide straat telt omgeven door lage huisjes. De straat geeft uit op een statige poort die ongenode bezoekers buitenhoudt en ook bij springtij zijn nut bewijst. Drie rivieren die ontspringen in het Lake District vloeien samen nabij het dorp, en het estuarium garandeert een boeiende wandeling.

Een aangename wandeling van 3 km (bewegwijzerd vanuit het dorp) leidt naar Muncaster Castle, dat dateert uit de vroege 13e eeuw en met zijn geheime deuren, spookverhalen en kantelen het schoolvoorbeeld is van een Engels kasteel. Ook de grond is het verkennen waard, met in de lente himalayabloemen in overvloed.

Modder is mooi!

Verderop naar het zuiden, wanneer de trein de noordkust van Morecambe Bay begint aan te houden, wordt het tijgebonden zandlandschap adembenemend.

Het machtigste van al zijn de moddervlakten en beekjes van Duddon Sands, die glinsteren in het zonlicht, maar angstwekkend gaan lijken op voortglijdende hagedissen zodra het licht vervaagt.

De Cumbrische eindhalte van de treinrit is Grange-over-Sands, een bekoorlijk victoriaans stadje dat de charme uit zijn hoogdagen heeft behouden: een avondwandeling op de anderhalve kilometer lange strandboulevard, begeleid door de roep van de wulp, is zonder meer betoverend.

De plaatselijke bevolking hecht bijzonder veel belang aan eten. Een van de beste opties is The Estuary, dat als tapas bloedworst uit Bury en langoustines serveert, naast soep van aardappel en chorizo. Voor een picknick of cadeautje voor het thuisfront ben je aan het juiste adres bij Higginsons Butchers, een slager die geregeld nationale prijzen wint. Enkele toppers uit het aanbod zijn lam gefokt op de nabijgelegen zoutmoerassen, of de traditionele huntsman pie (jagerspastei) gevuld met varken en kip.

Je moede hoofd neerleggen kan in het lieflijke Pennington Arms in Ravenglass, een gezellig hotelletje dat gerund wordt door de eigenaars van Muncaster Castle. Naar het zuidoosten ligt een van de meest magische locaties, het Bay Horse Hotel, een 17e-eeuwse koetsiersherberg die oprijst boven Morecambe Bay. Uit de verandaramen van de helder ingerichte kamers kan je bij hoog tij haast je vingers in het water steken.