Een schilderachtige roadtrip langs de kust is een magische belevenis waarbij je dorpjes en uitgestrekte landschappen verkent tijdens een relaxte autorit. De Engelse kust is zo gevarieerd dat het uitzicht na elke bocht anders kan zijn.
Voor een roadtrip in een afgelegen regio moet je 50 km ten noorden van Newcastle zijn, waar de A1068 de A1 verlaat in de richting van de verbluffende kust van Northumberland.
Robert Lundgren Jones van Lundgren Tours raadt aan om deze reis van 60 km te beginnen in het kustdorp Amble en naar Warkworth te rijden, waar een schitterende ruïne van een middeleeuws kasteel uittorent boven de rivier Coquet. Na een korte voettocht stroomopwaarts bereik je een kluizenaarshut uit de 14e eeuw.
Rij noordwaarts naar Alnmouth (spreek uit ‘Alanmuth’), waar bontgekleurde huizen oprijzen boven de rivier Aln. Bezoek zeker de minieme Ferryman’s Hut, misschien wel het kleinste museum van het land. Naar het oosten strekt een enorm verlaten strand zich uit onder het dorp.
Iets naar het binnenland ligt het dorpje Alnwick, waar je je nog kan vergapen aan een poortgebouw en de middeleeuwse keien van het dorpsplein. Het dorp barst van onafhankelijke winkeltjes zoals slagers, delicatessenwinkels en vrijetijdskledingwinkels.
‘Willem de Veroveraar gaf Northumberland de onafhankelijkheid toen hij het belang ervan inzag – het ligt immers dicht bij Schotland – en die onafhankelijkheid zie je vandaag nog in het dorp,’ zegt Robert.
Een goed voorbeeld is Barter Books in het voormalige treinstation van Alnwick, een van de grootste tweedehandsboekenwinkels in Europa. Wat voor roman of geschiedenisboek je ook zoekt, de kans is groot dat je het bij Barter Books vindt. De winkel heeft ook een subliem eethuis met geliefde klassiekers als kaneeltoast, geserveerd in lange broodsneetjes.
De kust ten noorden van Alnwick is spectaculair als geen andere. ‘Je vindt er een enorme variëteit aan schitterende verlaten stranden,’ zegt Robert. ‘De gehele kust van Northumberland ligt op een vulkanisch plateau, de Great Whin Sill.
Enkele van de niet te missen plaatsjes zijn Craster, waar je heerlijke gerookte kippers kan kopen bij L Robson’s and Sons, Low Newton by the Sea met zijn prachtige groene dorp en vissershuisjes, het surreëel mooie Budle Bay en Lindisfarne (of Holy Island), dat met het vasteland verbonden is via een getijdeweg. De reis eindigt in het georgiaanse dorp Berwick-upon-Tweed, de noordelijkste stad van Engeland.
.jpg)
.jpg)
.jpg)
Een andere prima optie is de 50 km langs de oostkust van Lincolnshire van Gibraltar Point naar Louth.
Gibraltar Point, 35 km ten noordoosten van Boston, is een landtong die uitsteekt in The Wash en de Noordzee. Je wordt er verwelkomd in een nagelnieuw bezoekerscentrum dat gebouwd is op pijlers die het behoeden voor het lot van zijn voorganger, die in 2013 weggespoeld werd.
Dit is de geknipte locatie om te ontspannen terwijl je uitkijkt over de duinen en de zee en naar de vogeltjes luistert. Neem wat te eten en te drinken in het eethuis van het bezoekerscentrum, neem de A52 noordwaarts langs de badplaats Skegness, en kronkel vervolgens op de A1031 langs de pittoreske weiden en de wispelturige, verlaten kust van Lincolnshire.
In kustdorpjes als Chapel St Leonards kan je terecht voor het klassieke Engelse vakantiegevoel, terwijl de lange, verlaten stranden van Anderby Creek een opwindend vleugje geel toevoegen aan deze desolate kust.
Iets naar het binnenland ligt het dorp Louth. Bovenop de toren van St James’ Church (met 87 m is de Gotische torenspits de hoogste van zijn soort in Engeland) lijkt het wel of je de hele oostkust van Engeland kan zien. Louth is een goede plaats om te overnachten.
.jpg)
.jpg)
.jpg)
Ook de kust van Norfolk is geschikt voor roadtrips. De A149 die van King’s Lynn naar Cromer leidt voelt tijdloos aan; met allerlei landbouwvoertuigen waar je omheen moet, kan de rit van 80 km inclusief pauzes makkelijk enkele dagen in beslag nemen. Een groot deel van de route is bezoomd met door de zeewind geteisterde heggen; elders zijn oude kreeftenkooien op een stapel gegooid en mettertijd overwoekerd door haagdoorn.
Voorbij het koninklijke domein in Sandringham bereik je Hunstanton, een Victoriaanse badplaats die in de volksmond Sunny Hunny genoemd wordt; niet veel verder ligt Heacham, het centrum van de lavendelindustrie in Norfolk. ’s Zomers kleuren de velden lichtblauw en hangt de geur van lavendel in de lucht. Ook lieflijke dorpjes als Wells-next-the-Sea, Stiffkey en Blakeney zijn een bezoek dubbel en dwars waard.
Sheringham ligt tegen de kust aangedrukt door een van de weinige hellingen in Norfolk. Het stadje heeft geen pier maar de strandboulevard ligt in westelijke richting. De zonsondergang kan hier adembenemend zijn. De reis eindigt in Cromer, met zijn aantrekkelijke pier. Loop ’s avonds naar het eind van de pier wanneer de zee kalm is: het overspoelde dorp Shipden Juxta Mere ligt net buiten de kust van Cromer. Misschien hoor je nog de klokken van de gezonken kerk luiden.
Eeuwenlang heeft het koningshuis de kust zowel versterkt als er vakantie genomen. Van landhuizen tot kasteelruïnes en zelfs alledaagse kustelementen zoals strandcabines: het koningshuis is op talloze manieren verbonden met de kust. Veel van deze locaties kunnen makkelijk gecombineerd worden tot een uitstap aan de omringende kust.
Als je dol bent op kunst en galerieën heeft de Engelse kust net zoveel te bieden als de bekende musea in Londen en andere steden die verder uit de kust liggen.
Kastelen worden gebouwd in woelige tijden of als er problemen worden verwacht. Er zijn maar weinig plaatsen in Engeland die daar meer van weten dan het Northumberland, het platteland in het noordoosten.
